ZEN IN HET ALLEDAAGSE LEVEN
Zen-brief 1 - september 2018
Sengtsjan komt eindelijk thuis
Sengtsjan
is
de
derde
patriarch
van
de
zentraditie,
na
Bodhidharma
en
Huike.
De
legende
vertelt
dat
hij
een
ernstige
huidziekte
had:
hij
was
leproos.
Lepra
was
in
de
oudheid
een
verzamelnaam
voor
allerlei
huidziekten,
ziekten
die
vaak
ook
een
psycho-
somatische
oorzaak
hadden.
Sengtsjan,
de
uitgesloten
leproos,
komt
radeloos
bij
Huike
en
vraagt:
“Meester,
verlos
mij
van
mijn
foute
stappen!”
Foute
stappen:
die
maakt
elke
mens,
want
we
overzien
niet
het
leven,
niet
de
consequenties
van
ons
doen,
niet
de
oorzaken
van
de
situatie
waarin
we
zomaar
als
mens
terecht
kunnen
komen
en
moeten
doen
of
spreken…
Elke
mens
is
beperkt
en
onvolmaakt
in
het
kennen
en
in
het
doen.
En
verschillende
religies
gaan
daar
zo
mee
om
dat
ze
dit
beperkt
zijn
van
elk
mens-zijn
de
persoon
aanrekenen:
men
spreekt
dan
gemakkelijk
van
schuld.
Schuldtoekenning
kan
mensen
diep
raken,
de
persoon
die
ze
zijn
afkeuren,
hun
toekomst
bepalen
als
ze
hun
fundamentele
tekort
schieten
gaan
meedragen
als
blijvende
schuld.
Een
foute
stap
of
verkeerde
uitspraak
doe
ik
snel
en
die
stap
of
dat
woord
zijn
is
voorbij…
maar
het
schuldgevoel
daarna
kan
monsterachtig
groot
en
zwaar
worden
en
jarenlang
drukken
en
kwetsen.
Het
kan
de
mens
kapot
maken
zoals
het
dat
deed
met
de
gewetensvolle
mens
Sengtsjan.
Huike
doorziet
Sengtsjan.
Hij
antwoordt:
“Breng
me
je
foute
stappen
en
ik
neem
ze
van
je
weg!”
Sengtsjan
gaat
dan
op
zoek
naar
zijn
eigen
verleden…
en
na
acht
jaar
dwalend
zoeken
vindt
hij
het
nog
niet!
Het
verleden
blijkt
weg
te
zijn,
het
bestaat
niet
meer.
Het
verleden
kan
hij
niet
herhalen
of
verzamelen,
zelfs
niet
nu
hij
er
jarenlang
onder
gebukt
is
gegaan,
tot
op
de
dag
van
vandaag!
Sengtsjan
komt
er
achter
dat
hijzelf
de
enige
is
die
het
verleden
alsmaar
blijft
herbeleven…
en
blijft
meedragen…
alsof
dat
zou
kunnen.
Naarmate
hij
er
niet
in
slaagt
het
verleden
te
vinden,
in
die
mate
kan
hij
zichzelf
weer
als
onbelast,
als
vrij-wordende
mens
gaan
ervaren.
En
zo
komt
hij
bij
Huike
terug:
“Ik
kan
je
mijn verleden niet brengen… ik kan het nergens vinden… het is weg!”
Huike
antwoordt
dan
met
humor:
“Oooh…,
dan
heb
ik
het
al
van
je
weggenomen!”
En
dan
gaat
Sengtsjan
verder
met
oefenen
onder
leiding
van
meester
Huike.
Oefenen
om
te
ervaren
dat
ik
er
als
mens
slechts
ben
in
DIT
éne
ogenblik.
Buiten
DIT
ogenblik
kan
ik
niets
doen…
Ook
het
verleden
(…
een
gedachte…)
kan
zich
nergens
anders
voordoen
als
in
DIT
ogenblik.
Oefenen
om
een
lege
mens
te
worden,
een
opgeruimde
mens,
wiens
leven
zich
slechts
in
DIT
ogenblik
kan
realiseren.
DIT
ogenblik
van
het
ervaren
waaruit
ik
nooit
kan
wegstappen.
DIT
ogenblik
dat
mijn
thuis
is…
nergens
anders
kan
ik
er
zijn…
Sengtsjan
ervaart
een
groeiende
vrijheid
in
zichzelf,
een
voortdurende
vernieuwing
van
zijn
leven
naarmate
hij
niet
meer
belast
wordt
door
het
verleden
alsof
dat
bepalend
zou
kunnen
zijn
voor
het
nieuwe
dat
almaar
komt…
zonder
ophouden.
Een
zichzelf
voortdurend
vernieuwende
mens
wordt
Sengtsjan
naarmate
hij
zonder
de
oogkleppen
van
het
drukkende
verleden
vooruit
kan
zien
en
het
nieuwe
steeds
–
van
vloeiend
ogenblik
tot
vervloeiend
ogenblik
–
kan
verwelkomen,
vrij,
niet
bepaald
door
het
verleden…
Sengtsjan
wordt
zo
een
nieuwe
mens,
steeds
weer,
voortdurend,
tot
aan
zijn
laatste adem…
Sengtsjan
komt
eindelijk
thuis.
Dat
enige
thuis
is
DIT
ogenblik
van
het
voortdurend
veranderende
ervaren
dat
hijzelf
is.
Eindelijk
thuis
in
de
verandering
die
hij
almaar
is:
hij
kan
niets
vasthouden,
ook
niet
het
verleden
dat
hèm
in
de
greep
had…!
Alles
verandert
voortdurend
door,
het
nieuwe
is
niet
tegen
te
houden.
Wat
een
bevrijding
thuis
te
komen
in
de
steeds
veranderlijke
ervaring
die
ik
als
mens
ben!
Vrij
voor
het
nieuwe
in
en
om
mij
heen.
Zendosengtsjan
begon
in
januari
2011.
De
naam
Sengtsjan
vind
ik
zo
mooi
omdat
het
verhaal
van
de
bevrijding
van
Sengtsjan
zo
herkenbaar
blijkt.
Voor
individuele
mensen,
en
voor
de
wereldbevolking,
die
vaak
blijven
steken
in
schuld-toekenning.
Schuld
die
om
genoegdoening
vraagt,
schuld
die
tot
wraak
leidt,
niet
zelden
ook
tot
haat
en
tot
zelfhaat.
Met
destructieve
gevolgen
doordat
het
nieuwe
en
de
nieuwe
kansen
niet
meer
kunnen
worden gezien.
Als
we
samen
oefenen
in
de
geest
van
Sengtsjan,
ja,
wellicht
reiken
we
dan
ook
elkaar
een
diepmenselijke
bevrijding
aan.
Dat
we
beperkte
mensen
zijn,
dat
we
dat
ook
mogen
zijn,
daarvan
voortdurend
leren,
en
daarbij
voortdurend
het
nieuwe
dat
zich
aandient
in
ons
wonderlijke
mens-zijn
echt
voluit
mogen
genieten.
Vrij,
nieuw,
van
ogenblik
tot
ogenblik.
Onbelast
en
blij
thuiskomen
in
wat
we
zijn,
hier
en
nu,
altijd
in
verandering,
altijd nieuw.
Kees van den Muijsenberg